Prestatievoorspellingen

Wat zijn prestatievoorspellingen?

Prestatievoorspellingen geven sporters met een lidmaatschap geschatte tijden waarop bepaalde afstanden worden voltooid, op basis van hun Strava-activiteitsgegevens. De afstanden die worden ondersteund, zijn 5 km, 10 km, halve marathon en de hele marathon. Prestatievoorspellingen houden geen rekening met terrein of hoogteverschil en gaan ervan uit dat de sporter de afstand loopt op een vlak parcours, zoals een baan. De voorspellingen zijn alleen beschikbaar bij een lidmaatschap. Je vindt ze in de sectie Voortgang op het tabblad Jij.

Hoe werkt het?

De voorspellingen worden pas beschikbaar als een lid minimaal 20 hardloopactiviteiten in een opeenvolgende periode van 24 weken (ongeveer 5,5 maand) vastlegt. Deze drempel zorgt ervoor dat het machine-learningmodel voldoende gegevens heeft om een hoogwaardige en nauwkeurige voorspelling te geven. Het model genereert een nieuwe set voorspellingen voor een sporter na elke hardloopsessie en na drie dagen zonder een sessie. Sporters die onvoldoende hardloopactiviteiten binnen de periode uploaden, krijgen een voorspelling op basis van de laatste periode waarin ze voldoende sessies hebben geüpload. De voorspellingen worden bijgewerkt als de sporter opnieuw begint met uploaden en de drempelwaardes haalt.

Onze methodiek

Strava’s prestatievoorspellingen worden aangedreven door een ML-model dat 100 gegevenseigenschappen van de sporter in acht neemt, waaronder de volledige hardloophistorie en beste prestaties. In tegenstelling tot andere voorspellingstools die enkel op theoretische input als geschatte VO2 max werken, gebruikt Strava enkel werkelijke activiteitsgegevens om resultaten te voorspellen. Het systeem weegt de prestaties van sporters af tegen sporters met vergelijkbare trainingshistorie, zodat geschatte tijden realistisch zijn en worden gebaseerd op wat er door vergelijkbare sporters wordt behaald.

De tijden voor elke afstand worden afzonderlijk berekend, waardoor we een grotere nauwkeurigheid behalen. Een sporter die bijvoorbeeld voor een marathon traint en vooral volume opbouwt en langere intervallen doet, ziet verbeteringen op de geschatte tijden voor de halve marathon en de hele, maar juist geen verbeteringen op de korte afstanden. Andersom ziet een sporter, die zich richt op kortere afstanden, snelheid en vermogen, juist verbeteringen in de voorspellingen voor de 5 km en 10 km, maar niet op de langere afstanden.